Nieuws Perspectief voor zorgwekkende zorgmijders
Jongeren aan Zet biedt zorgwekkende zorgmijders in de gemeenten Oldambt en Westerwolde perspectief. Het richt zich op jongvolwassenen, die veelal meerdere mislukte hulpverleningstrajecten achter de rug hebben en daardoor ook het geloof in zichzelf verloren. Maatschappelijk zijn ze volledig uitgevallen, ze hebben geen opleiding afgerond, wonen vaak nog thuis en er is geen perspectief op zelfstandigheid. Dankzij de nieuwe methodiek klimt een groot deel van hen uit het dal van dit voor hen soms uitzichtloos leven.
Dr. Marieke Boelhouwer over Jongeren aan Zet – door Jan Johan ten Have
De jongeren van 18 tot 27 jaar zitten vaak jaren doelloos thuis en hebben te maken met combinaties van een geïsoleerd leven, gebrek aan zelfstandigheid, laag opleidingsniveau, verslavingen zoals gamen, relatieproblemen, schulden, depressiviteit, woonproblematiek, verstoord dag- en nachtritme, gebrek aan dagbesteding, weinig sociale contacten, meerdere problemen in de gezinssituatie, angsten en trauma’s.
De nieuwe methodiek helpt deze jongeren door niet hun indicatie maar hun eigen probleembesef en motivatie als uitgangspunt te nemen. Dat begint met het ontbreken van wachtlijsten. Laat een jongere in zo’n uitzichtloze situatie weten niet langer op deze manier te willen leven, dan is er gelijk hulp beschikbaar.
Stapje voor stapje
De jongere krijgt een vaste behandelaar en begeleider die stapje voor stapje beginnen met werken aan de drempels, zoals de angst om stappen te zetten, om de telefoon op te pakken of om naar buiten te gaan met nieuw perspectief als uiteindelijke doel. Boelhouwer: “Het bijzondere aan onze aanpak is dat activerende begeleiding en specialistische behandeling elkaar niet opvolgen, maar juist hand in hand gaan.”
Deze hulp aan de zorgwekkende zorgmijders vergt soms engelengeduld, veel tijd en een goede samenwerking met de jongere en het (professionele) netwerk eromheen. Jongeren die zelf aangeven wat ze willen, dat is de basis. Het gezamenlijke ontwikkelingsperspectief behalen is het einddoel.
Om te bereiken dat jongeren nieuw perspectief krijgen, zetten de ervaren hulpverleners een integrale aanpak in, waarbij dat perspectief leidend is. Eén van de deelnemers zat al jaren thuis, was eenzaam en zeer angstig. Het JaZ-team wilde haar graag naar dagbesteding hebben. Ze wilde graag veel afvallen. Het JaZ-team regelde een afspraak met een diëtiste en vervoer. Die diëtiste bracht haar eetpatroon in kaart. Eén van de problemen bleek dat ze geen ontbijt at, volgens de diëtiste essentieel. Dit kon niet omdat ze ’s nachts leefde en pas om drie uur in de middag opstond. Aanpassing van dag- en nachtritme was dus nodig om af te vallen. Maar toen ze dat deed, verveelde ze zich overdag, ook omdat ze geen vrienden had. Daarom ging ze met de JaZ-beleider op zoek naar vrijwilligerswerk. Bij afsluiting van JaZ werkte ze vijf dagen per week op een zorgboerderij, waar ze ook vriendinnen heeft gemaakt. Zo was haar eigen motivatie om af te vallen de basis voor een drastische ommezwaai in haar leven. “Het JaZ-team heeft een overstijgend beeld en weet hoe zulke kleine stappen leiden tot nieuw perspectief.”
Hoopvolle cijfers
Na een start onder de vleugels van Kans van de Veenkoloniën staat dit project van CMO STAMM, MEE Noord, Subrosa en Molendrift inmiddels alweer vier jaar op eigen benen. De teller staat inmiddels op meer dan honderd jongeren. De cijfers tonen een hoopvol beeld: 85 procent van de eerste lichting thuiszitters die de stap naar Jongeren aan Zet zetten, vonden een nieuwe weg naar een zelfstandig leven. Zij bereikten het perspectief dat zij zelf voor ogen hadden grotendeels of geheel: ze gingen weer naar school, aan het werk of aan de slag als vrijwilliger. Het draagvlak voor de methode onder huisartsen, ggz professionals en het onderwijs groeit. Zo vergoeden het onderwijs de toeleiding en de zorgverzekeraars de behandeling binnen Jongeren aan Zet. Zowel de complexiteit in de hulpverlening als die in de financiering van de hulp aan deze doelgroep zijn binnen JaZ ontward. Boelhouwer: “De JaZ-methodiek moet zich als een olievlek verspreiden, maar dat is een kwestie van lange adem.”